VRIJHEID VERPLICHT


Poëzie is voor mij de bijzondere ruimte van taal en betekenis waar praktisch alles wat woorden heeft mag, maar waarbij het eigene van die vrijplaats tegelijk de 'opgave van de beperking' met zich mee brengt. Want waarom zou je poëzie schrijven als je de kleine ruimte die haar gegund wordt niet maximaal verkent?

Voor mij beperkt een gelukt gedicht zich tot één of enkele kernideeën of thema's. En het beperkt zich beslist ook in omvang.
Gedichten van meer dan dertig regels schieten voor mij al snel hun doel voorbij.
Goede gedichten raken de kern in een paar woorden, regels en zinnen. Goede poëzie gloreert in destillatie.

En in die enkele regels raakt poëzie in emotie,  in ideeën,  in klank,  in vorm, in mystiek,  in melodie en  ritme,  in beeld en  in taal.
En liefst in alles tegelijk.
Een mooi gedicht zuigt je in haar universum en laat je even niet meer gaan.  Sterker, naar een goed gedicht keer je meerdere malen terug om in haar ruimte weer iets nieuws te ontdekken.
Terwijl die ruimte toch zo smal leek en zo ingedikt.

Eerder heb ik het eens proberen te vangen in een vergelijking van wind uit alle windrichtingen die samenkomt in een orkaan.


Windvanger

In stromende gedichten
komt alle wind bijeen

Uit Zuid gevoel natuurlijk
en van Noord de ratio

Noordoost geeft betekenis
Noordwest levert de focus

Van het Oosten vind je de mystiek
en uit het Westen waait de taal

Zuidwest blaast het beeld de poëzie
en Zuidoost geeft de melodie

In het midden stilt het oog
de dichter winden meester


Maar tegelijk laat geslaagde poëzie je toe. Lagen sluiers zijn haar af te pellen en sommige delen geeft ze moeilijk bloot, maar dichtgeslagen is ze niet.
Het betere gedicht intrigeert, verbaast, verwondert, het overstijgt zichzelf. Het betere gedicht schrijft zich tussen de woorden, regels, zinnen die het bevat. Een beter gedicht raakt aan mystiek, verbindt met een diepere waarheid, zonder die letterlijk te schrijven.

In goede poëzie gaat het voor mij niet om alleen een taalspel met de taal zelf. De taal blijft voor mij altijd het middel om betekenis te communiceren, juist ook in poëzie.
Daarbij mogen dan wel alle registers open. Niet op te vatten als bombastisch en barok (mag wel, als het voegt), maar als brede veelvormigheid, passend en verrassend ingezet, maar toch herkenbaar als de taal van de gerijpte dichter.

Een goed gedicht laat zich niet eenvoudig schrijven.