Gedichten

1. Selectie uit nieuw werk, 2017

2. Selectie uit: Tussenland , 2017

3. Selectie uit: Landingen in ongewis , 2015

4. Selectie uit: Daar grens jij aan mij , 2014

5. Selectie uit: Lees me de liefde ,  2014


1. Selectie uit Nieuw werk, 2017

Groei

Ik leef met mijn gebreken
sterker,
ik heb er vrede mee,
dat ik niet met persé twee,
of in m'n eentje niet
compleet ben

Ik koester waar
ik takken brak,
mijn stam
met wortels compenseer,
hoe breekbaar zijn
me sterkte leert

Ik lijmde scherven
om mijn hart,
verjaard in ringen,
jou toe laten zingen
in nerven
van mijn lenteblad


Oktober, 2017


Nest

Iets als aarde
misschien
of wolken, water, wind...
(nee, te vergankelijk)

Lucht,
ja lucht weer wel,
als we voorzichtig zijn

En bloed en vlees

Een bron,
een diep verbonden geest

Een woord,
een half woord
en vanzelfsprekend
onuitgesproken zinnen

Een delend leven,
een gedeeld verleden
Een uitgevlogen nest


September, 2017

Geest

Als oliebellen in een lavalamp,
of als plankton zwevend in de zee,

een licht bewegend wezen
van duizenden sardienen in de Mediterranee,

een stulpende amoebe van veel spreeuwenleven,
of hoe het strand steeds weer
de golven anders leest,

zo ongeveer zou ik mijn geest
de ruimte willen geven


September, 2017






Weet dat ik op je wacht

(Liedje)

Kom trek de voren...
door de dode akker
Jaag de slakken uit het loof
Laat het licht
de aarde voeden
En leeg je al te zware hoofd

Nog zie je adders kruipen
Nog zie je wezels sluipen
Nog zijn de kraaien zwart

Kom doof de vuren
van de oude halmen
Benut de rest en mest de grond
Vraag de lucht
om zachte regens
En proef de ochtend in je mond

Nog zie je adders kruipen
Nog zie je wezels sluipen
Nog zijn de kraaien zwart

Kom haal je dromen
tussen de papavers
Breng mooie melodieën mee
Verlies je hart
als het te zwaar is
En loop je tranen naar de zee

Hoor je de merels fluiten
Zie je m'n lippen tuiten
Weet dat ik je wacht


Augustus, 2017

Drie vingertoppen maar

Drie vingertoppen maar,
je pink strijkt losjes mee,

als je even,
in een kort en klein
en groots en eindeloos gebaar,

mijn onderarm raakt,
en in mij alles los maakt
dat -ja- wil zeggen
na een uitgesproken -nee-


April, 2017

Guacomole

Ik snij de avocado's
en twee lootjes lenteui,
waarna ik ze pureer
met wat mayo, yoghurt,
sap van een limoen
en peper, zout naar smaak


Mijn zoon geniet zijn liefde
in een warm bad
en jat de helft
van mijn tortillachips
met saus,
om te dompelen met haar



Februari, 2017


2. selectie uit: Tussenland , 2017

TUSSENLAND

Dit is een gebied
waar je liefst omheen,
grijs als het is van kou
en webben vol van dauw,
de grond beklad door reigers

Waarin je na de eerste bomen
snel verdwijnt
in half ontwortelde standvastigheid,
en opgaat in het hout,
los raakt van wat daarbuiten

Maar dat toch trekt
en onontkoombaar uitdaagt,
zacht fluisterend beloften wekt
van wat je vindt achter de waas
van dat wat ongewis


Titelgedicht van Tussenland, 2017

Niet meer

Een raam te sluiten,
een deur dicht en niet weer op een kier,
niet opnieuw te luisteren

Of hoe elk gevoerd gesprek voelt
als je vingers langs een hek,
of als stenen neer te leggen
op hun zelfde plek

Het blauw te zien, het schemergroen,
door weggewreven vuil
van een gebarsten ruit

De kunst vooruit te kijken
en wat je mist
in lichtheid te vergeven,
te laten wat het is


Uit: Tussenland, 2017

STIJGWIND

Soms tipt je voet even een top
en slipt het gras tussen je tenen,
je lichte jurk ademt de zon,
je benen vrijen met de wind,
je glijdt alweer, gedragen op wat komt,
in duikvlucht soms,
voorzichtig balancerend

Je voelt eens langs de rand,
waar afgekalfd het zand wegsloeg,
en lacht om wat het achterliet,
is neergestort, in zee verdwenen
Los draaiend om je as
zoals je soms een zeehond ziet,
zweef jij nu
zoals een vrouw kan zweven

Boven de kruinen van het land
laat je je leiden
door wat niet tastbaar is,
maar toch zo krachtig,
dat je durf hebt voor de val,
om op je vleugels over strand
en branding,
koppen van de zee te scheren


Uit: Tussenland, 2017


3. Selectie uit: Landingen in ongewis , 2015

WEERWOORD

Wat ik te zeggen heb
buigt nauwelijks naar de werkelijkheid,
een koevoet onderhuids

Wie luistert naar weckflessen
voor doorgekookte waardigheden,
wie hoort mijn gefluister
uit een schelp?

Wat ik te zeggen heb
stolt op het punt van spreken,
en staat als een gebroken huis


Uit: Landingen in ongewis, 2015

ZOEK

'Zo is het toch?', vraag je
bij elke zin die je niet uitspreekt,
bij iedere gedachte die zich niet formeert
Blokken die niet willen passen,
een kapotte vaas waarvan je scherven mist

'Zo is het toch?', spreken je ogen
bij elke vraag die je niet stelt,
je zoektocht naar jouw zelf,
dat zich laat vegen met een blik

'Zo is het toch?', bezweer je het bedrog
dat je de werkelijkheid verwijt:
'Daarnet was het er nog'

Woorden zijn straatputten zonder deksel,
zinnen spannen lijnen over de weg,
elk gesprek dwaalt in woestijnen

'Zo is het toch?', zwijg jij naar mij


Uit: Landingen in ongewis, 2015

METAMORFOSE

Beschouw haar huid, haar oude lijf,
als tijdelijke woning, van larve naar cocon
Een nimf op weg naar haar gedaante,
rijpend vruchtvlees in haar schil

Mijn vel zou ik om je willen vouwen,
elke porie willen vullen met mijn geur
Mijn haren parend met de jouwe,
en cel op cel je lichaam ondergaan

Ze huilt niet, nee ze lacht
om zoveel zorgen over eindigheid,
de dag na morgen, en iets als dood ons scheidt

Misschien dat we dan vergeten
dat eenheid een illusie is,
een schuren zonder wrijving

Zij voelt haar volgende verschijning,
leeft lichter dan de lucht,
haar huid als dunne zijde

Vergeten dat we weten dat;
hooguit twee druppels
glijdend van een lindeblad


Uit: Landingen in ongewis, 2015


4. selectie uit: Daar grens jij aan mij , 2014

KON IK MET WOORDEN BRUGGEN BOUWEN

Dan bouwde ik tolerantie voor ideeën
met de Rotterdamse Zwaan
Ik zou de vooruitgang eren
in mijn constructie van de Tower Bridge

Kon ik met woorden bruggen bouwen

Dan verklaarde ik jou opnieuw de liefde
met een mooie Brug der Zuchten
En ik verfde de Golden Gate in goud
voor allen die het leven lieten

Kon ik met woorden bruggen bouwen

Dan bouwde ik ook de Ponte Veccio
om gebroken families te herenigen
Of bij brede rivieren in oneindig laagland,
de Martinus Nijhof brug

Kon ik met woorden bruggen bouwen

Dan verbond ik alle godsdiensttwisten
met de herbouw van de Stari Most
En liet de tweeling torens weer herrijzen
vanaf mijn nieuw gebouwde Brooklyn Bridge


Uit: Daar grens jij aan mij, 2014

One way screen

Als ik jou kon drinken,
dan dronk ik dorst
als ik nog nooit gedronken heb,
een droogte van woestijnen
Dan dronk ik vlucht en angst,
een eindeloze tocht,
een jacht, met jou
als losgelaten wild

Als ik jou kon drinken,
dan dronk ik liefde,
liefde voor het leven
en voor je vroeg verloren kind
Liefde voor je moeder,
je broer, nicht, vader, zus
Liefde voor hun dood,
en liefde voor hun brood

Als je mij kon drinken,
dan dronk je overvloed
als je nog nooit gedronken hebt,
een meer van nooit gevuld
Dan dronk je zelfgenoegzaamheid,
en wellicht ook angst,
maar dan voor ooit wat minder
en verlies van zekerheid

Als jij mij kon drinken,
dan dronk je weten
met onwetendheid,
een kijken zonder zien
Dan dronk je ingesleten
onverschilligheid met ergens
nog een restje schuldbesef
misschien


Uit: Daar grens jij aan mij,  2014

Achter de evenaar

Zachtjes neurie je de dag door,
melodieën uit woestijnen van de
moeder van jouw moeder

Je schuifelt langs de paden,
zoekt houvast aan de aarde
en wijkt, ontwijkt,
zweeft boven de toppen
van een rif

Fluisterend vervul je je routine,
als riten uit tijden van de
moeder van jouw moeder

Je hoort de stemmen van stenen,
het lachen van gras,
jouw pijn in de pijn
van de bomen ruisend
in jouw woud

Murmelend ga jij je gangen,
bronnend uit de schoot van de
moeder van jouw moeder


Uit: Daar grens jij aan mij, 2014


5. Selectie uit: Lees me de Liefde , 2014

Erectus

Al dat spektakel
dat komt met wervel
als je weer es door
het porselein

Aanstekelijke hitte
stoere bravoure
zeepkistentaal

Liefdesgevaar
roekeloze dromer
harde pit

Zeekapitein en
only master
of the universe
winnaar op de tast

Uit: Lees me de liefde, 2014

Ik stam van

Ik stam van twee stuks vee
en zeven kinderen
Een éénkamer plaggenhuis
en harde hand kastijdt

Ik stam van Douwtsen
en van Brugt 'rjuchtop'
Te fier om te verliezen
en Fries tot op het bot

Ik stam van rapen, wortels, weide
Van hongerig de winter door
Van mollenvellen jagen
en van vlooien in het stro

Ik stam van op je twaalfde werken
Je hele leven boerenknecht
Van houden van het leven
En knokken voor je recht

Ik stam van geen gezeur en aanpakken
Van doorgaan tot het eind
Van koppig willen winnen
En voor geklets geen tijd

Ik stam van

Uit: Lees me de liefde, 2014


Koele blauwen

Jij bent van de zachte tonen
Luisteren meer dan spreken
Koele ochtendnevel
Dauw op het veld

Je kijkt de dingen aan
Ordenen. Rustig overwegen.
Oude landerijen
Grond met geschiedenis

Je denkt en redeneert
Werkt en verwerkt in stilte
Blauwe meren, ijzig soms
Brede rivieren dicht bij zee

Dan het nieuwe, andere
Afwachten, aftasten, tijd nemen
Duistere herfst en lange winter
Voorjaar nog heel pril

Geen onbeheerste stappen!
Geen rood, geel of violet!
Koele blauwen, paarsen, bruinen
Voorzichtig lichter groen hooguit

Uit: Lees me de liefde, 2014